‘Meerderheid Vlamingen wil voldoende parkeerplaats in de stad’. - Of hoe we ook de stilstaande wagen als volwaardig onderdeel van het mobiliteitsvraagstuk moeten gaan zien.
‘Meerderheid Vlamingen wil voldoende parkeerplaats in de stad’. - Of hoe we ook de stilstaande wagen als volwaardig onderdeel van het mobiliteitsvraagstuk moeten gaan zien.
Dinsdag op Radio 1: de meerderheid van de mensen vindt het belangrijk dat de stad voldoende bereikbaar blijft met de auto en dat er ook genoeg parkeermogelijkheden zijn. Dit opent, terecht, het gesprek over het aan populariteit winnende idee dat ‘de auto geen plek meer heeft in de stad’. Maar wat ons betreft is dat nooit de juiste insteek geweest om het debat over leefbaardere steden te voeren. Is een stad zonder auto’s per se leefbaarder dan eentje met? Is die doelstelling een leefbare maar ook levendige stad, of is die het bannen van de auto? Wat ons betreft het eerste.
Het wordt dringend tijd dat we dit debat constructiever gaan voeren met de juiste partners, projectontwikkelaars en beleidsmakers én met de juiste einddoelstelling in het achterhoofd. En het goed nadenken over de plek die de auto daarin inneemt – niet alleen wanneer die rijdt, maar óók wanneer die stilstaat – is daar een belangrijk middel voor.
Om die reden is het zo cruciaal dat steden na het rijden (nieuwe circulatieplannen bijvoorbeeld), ook het parkeren vanaf het begin en goed integreren in het algehele mobiliteitsbeleid. Want daarin ligt de sleutel in het vermijden van situaties zoals hinder door onnodige autobewegingen (door mensen die lang naar een parkeerplaats moeten zoeken bijvoorbeeld), het gebrek aan open, publieke ruimte (vandaag nog te veel ingenomen door straat-parkeren) en gevaarlijke verkeerssituaties (verkeer dat bij het parkeren of op weg naar een parkeerplaats gevaarlijk kruist met fietsers en voetgangers).
Bij Q-Park geloven we heel sterk in de meerwaarde van onder- en/of bovengronds parkeren als onderdeel van zo’n mobiliteitsbeleid. De publieke ruimte die je creëert met gebouwde parkeervoorzieningen kan je immers benutten voor allerlei zaken die het stadsleven mooier maken: parken, terrassen, speelpleinen, kunstwerken, ... kortom, meer leven en meer groen voor bewoners en bezoekers.
Extra troef van ondergronds parkeren: de ruimte die je daar creëert, kan je inzetten voor veel meer dan de auto. Onze eigen Q-Park parkings evolueren steeds meer naar Mobility Hubs die auto-parkeren combineren met tal van alternatieve mobiliteitsoplossingen. Een plek waar je bijvoorbeeld je auto parkeert aan een elektrische laadpaal en van daaruit een deelfiets neemt naar je eindbestemming. Of waar je je eigen fiets veilig kan stallen – met een aparte locker om je fietsbatterij en helm veilig te bewaren.
Bovendien hoeven niet alle parkeerfaciliteiten in de stad te worden gebouwd. Minstens even belangrijk binnen een goed mobiliteitsbeleid is keuze: wil je per se met de auto naar de stad – bijvoorbeeld voor een grote inkoop of omdat je minder goed te been bent – dan kan dat, en dan weet je dat je het stadsverkeer door moet en een bepaalde parkeerkost gaat betalen. Rij je niet graag in de drukke stad of vind je betalen voor parkeren weggegooid geld, dan moeten er ook aan de rand voldoende Park+Ride faciliteiten met goed geregeld alternatief vervoer voor je zijn.
En daarmee komen we bij het prijskaartje. Het onderzoek wijst ook uit dat de Vlaming vooral gratis wil parkeren in of bij de stad. En hoewel we dat begrijpen, is dat zeker voor parkeren in de stad, onrealistisch, in de eerste plaats omdat de vraag dan altijd groter zal zijn dan het aanbod. Wat wél haalbaar is en voor ons toch zeer dicht bij dat ideaal komt, is om een oplossing te kunnen bieden voor ieders wens en budget.
De locatie, inplanting, invulling en organisatie van ondergrondse parkeerfaciliteiten zijn zo ontzettend belangrijk, dat we samen met stadsbesturen echt de denkshift willen maken van ‘het creëren van een mobiliteitsbeleid en daarna ook even kijken hoe we het parkeren aanpakken’ naar ‘parkeren van bij het begin integreren als strategisch onderdeel van een allesomvattend mobiliteitsbeleid.’
Steden als Antwerpen hebben hier bijvoorbeeld al enorme stappen in gezet. De lokale besturen hebben Q-Park daar heel vroeg betrokken bij hun mobiliteitsplannen. De recente opening van Steendok en Kooldok toont dit aan. De bekende Zuiderdokken waren vroeger een plek waar honderden auto’s naast elkaar stonden geparkeerd. Nu vind je daar een groot, groen park waar zowel bewoners als bezoekers kunnen genieten van extra groene ruimte, en dit midden in de stad. Is dit niet waar we met z’n allen naartoe willen?
